Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

 

Artikel 22
1
De in artikel 21 bedoelde maatregelen kunnen zijn:
a
het afzonderen van zieke en verdachte dieren;
b
opstallen, ophokken of op een plaats houden van zieke en verdachte dieren;
c
het plaatsen van waarschuwingsborden;
d
het door het plaatsen van kentekenen besmet of van besmetting verdacht verklaren van gebouwen en terreinen;
e
het merken van zieke, verdachte en herstelde dieren;
f
het doden van zieke en verdachte dieren;
g
het onschadelijk maken van gedode of gestorven, zieke en verdachte dieren, en van produkten en voorwerpen, die besmet zijn of ervan worden verdacht gevaar op te leveren voor verspreiding van smetstof;
h
het reinigen en ontsmetten van gebouwen, terreinen, bewaarplaatsen van mest en voorwerpen;
i
het vastleggen, opsluiten of afzonderen van dieren;
j
het behandelen van dieren of producten op een door Onze Minister aangegeven wijze;
k
het verbieden van het vervoeren van de op grond van artikel 25, eerste lid, aangewezen soorten of categorieën van dieren, producten of voorwerpen van of naar gebouwen en terreinen waar geen kenteken als bedoeld onderdeel d, is geplaatst;
l
het verbieden van de toegang aan anderen dan de op grond van artikel 25, tweede lid, aangewezen personen of groepen van personen tot gebouwen en terreinen waar geen kenteken als bedoeld in onderdeel d, is geplaatst;
m
het verbieden van het verlaten van gebouwen en terreinen waar geen kenteken als bedoeld in onderdeel d, is geplaatst, tenzij de door Onze Minister voorgeschreven maatregelen van ontsmetting zijn toegepast;
n
het nemen van andere maatregelen, voorzover een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie zulks met zich brengt.
2
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen bedoelde maatregelen met betrekking tot bijen bestaan uit:
a
het ontsmetten van de bijenwoning en de naaste omgeving daarvan;
b
het verbieden van het verplaatsen van een bijenwoning;
c
het hechten van een kenteken aan de bijenwoning, waaruit blijkt dat deze niet mag worden verplaatst;
d
het verbieden van het laten uitvliegen der bijen gedurende een bepaalde tijd;
e
het plaatsen van geneesmiddelen in de bijenwoning;
f
het vernietigen of het onschadelijk maken van producten en voorwerpen die besmet zijn of ervan worden verdacht gevaar op te leveren voor verspreiding van smetstof;
g
het doden en vernietigen van zieke of verdachte bijenvolken;
h
het behandelen van de bijen op een wijze die door wetenschap of praktijk als doeltreffend is aangewezen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •